‘Je schrijft zo leuk, daar moet je wat mee doen’. Super lief, maar nee. Ik functioneer niet op commando. En om nou dagelijks of wekelijks over Mn bezigheden te tikken, lijkt me doodsaai.
Neem nou peppa big. Een werkelijk hondsbrutaal varken die helemaal niet zo aardig is voor dr broertje. Of brandweerman Sam met die onopgevoede Norbert Puk. Stuur Norbert weg, dan kan Sam van zn ouwe dag gaan genieten. Of over Fornite, kan ook nog. Ben ik stiekem behooooorlijk goed in geworden. Het bouwen is nog wel een puntje, werk ik aan. Ik weet ook nog steeds niet welke wapens nou voor ver weg zijn en welke voor dichtbij zijn. Maar dat maakt helemaal niet zo veel uit. Ik word tegenwoordig in mijn eentje al tweede.
‘Vieze kant, lekkere kant’, spelen we dagelijks. Helemaal de shit. Komt me mn neus uit. Zodra ik op ‘lekker’ sta, roepen ze standaard, welk kind dan ook, witlof. Nou, dat vind ik dus echt niet te nassen. Dus moet ik hollen. En die kinderen van tegenwoordig zijn kei snel. Dus ben ik hem. Zodra ik hem ben, hebben ze ineens alles nog nooit gegeten (dan mag je oversteken zonder dat je getikt kunt worden) òf ze lusten ineens alles. Dus, roep ik gewoon ‘kak’, dan steken zij ‘gratis’ over naar de vieze kant en dan zeg ik ijs en zet ik alles op alles om er één te pakken te krijgen.
Over nerfs, zou ik het ook nog kunnen hebben. Van die pistolen met pijltjes. Nou heb ik laatst uit betrouwbare bronnen, ik noem geen namen *Romes*, vernomen dat die dingen zeer doen. Het was zo. Nerfoorlog in huize Vliet Vlieland. Tijn en ik, tegen papa. Abel rende het vuur uit zn sloffen om beide teams van pijltjes te voorzien en de meisjes krijste de longen uit hun lijf. Sorry meisjes, ben even druk. Tijn en ik blijken beter in fortnite dan met echte pijlen schieten. Hij zat vooral verstopt tussen de bank en de verwarming met een kussen op zn hoofd en ik schoot de pijlen stuk voor stuk de luxaflex in. Dat moest anders. Ons oorlogsgebied werd vergroot. Tijn en ik verkaste naar boven. Met de gedachte dat papa er dan wel achteraan zou komen. Tijn lag al onder ons bed en papa stond verstopt in de gangkast met het idee dat we wel terug zouden komen. Ik was halverwege blijven steken. Abel had ondertussen het zweet op zn bovenlip en de meisjes waren bedaard en vroegen zich af wat papa nou in de kast deed. En net toen ik dacht nou, naar beneden dan maar. Stak Romes zn kop om het muurtje en ik schoot. En in plaats dat ik nu de kapstok in schoot, raakte ik hem VOL in zn oog. Aiiiii. Doodste stilte. Ik wist, dit is niet het moment om te lachen, maar ik had al gelijk zoon kei goeie grap bedacht. Maar nee. Niet nu. Dat zou me Mn voortanden kosten. Papa moest effe naar buiten. De oorlog was voorbij. We hebben het nooit hard op gezegd, maar ik denk dat we wel weten wie er gewonnen hebben 😏.
En de grap? Die heb ik hem later alsnog, hinnikend, verteld. Want he ‘die zag je niet aankomen he’.