dinsdag 30 september 2025

Het is stil geweest. Te stil misschien. Maar soms vraagt het leven even al je aandacht.

‘Hè mama, ben je moe? Ik zie het aan je’ .. ‘Hé mama, ben je verdrietig omdat oma dood gaat?’ .. Hé mama, wie gaat er eigenlijk voor Frank de hamster zorgen?’ 


Ik kan nog zo m’n best doen, maar ze zien alles. Maar wat vertel je ze? Wat vertel je ze niet? In de ogen van de kinderen is oma nog een top fitte vrouw. Want ze zit daar. Ze praat, eet, drinkt wat en vouwt soms een wasje. Ze ligt niet ziek in bed. Nog niet. Je kan ook zo weinig concreets zeggen. Je kan geen aftelkalender maken. En ik wil ze ook niet continu belasten met mijn verdriet. Maar het is wel de reden waarom ik soms totaal onnodig uit m’n slof schiet. Het helpt wel om ze dingen uit te leggen. Zodat ze weten; het ligt niet aan hun. En als ik me al zo voel.. hoe moet mijn moeder zich dan wel niet voelen?


Ruim een jaar geleden ging m’n moeder naar de dokter. Ze had al heel lang last van haar galblaas. Die kon verwijderd worden. Moesten ze eerst even kijken of ze geen zwevende stenen had. Die had ze niet, maar wel een plekje op haar longen. Dat moest verder onderzocht. Enfin, lang verhaal kort; uitgezaaide longkanker. Hoe dan?! Er is niet gelijk met behandeling gestart. Eerst de boel in de gaten houden. Kijken hoe het zich ontwikkeld. Maar al vrij rap kreeg ze dan toch immuuntherapie. En dat sloeg aan. De tumoren slonken. En bij elke positieve scan, kreeg ze er gevoelsmatig jaren bij. Hoewel ik aan het begin dacht ‘nou, daar gaat ze’ dacht ik nu, ze is toch net als de zus van de tante van de kennis van de buurvrouw, die leeft nog jaaaaaaaren’. Tot de scan in augustus. De immuuntherapie werkte niet meer. De tumoren zijn weer gaan groeien en gaan op pad. Nog meer uitzaaiingen. Een nieuwe PET scan met een nieuw behandelplan. Even dachten we dat ze mee kon doen aan een studie in Rotterdam. Omdat er bepaalde DNA afwijkingen in de tumoren zit. Maar dat kon toch niet. Ze zaten vol. Nou ben ik inmiddels bijna volleerd oncoloog en was ik niet razend enthousiast over die studie, maar toch. Elke kans grijp je. Dus nu. Chemo. Dat is nog de enige optie. Ze wordt nooit beter en alles is levensverlengend. Maar slaat het aan? Hoe is je kwaliteit van leven. Hoeveel tijd krijg je extra? Allemaal afwachten.


Mijn moeder is mijn beste vriendin. Ik kan mij vaak gewoon nog steeds niet voorstellen dat we daar zitten voor haar. Maar het is toch. Haar naam staat op de uitslagen, de polsbandjes, de zakken vloeistof. 


Ik merk dat ik mezelf steeds vaker betrap op kleine momentjes van dankbaarheid. Dat ze er nog ís. Dat we nog kunnen praten, lachen en huilen. Maar tegelijk knaagt er steeds dat besef: dit is tijdelijk. En hoe langer je dat weet, hoe zwaarder het soms voelt om gewoon “gewoon” te doen.


Het leven leert je ineens een les die je nooit wilde leren. Over afscheid nemen terwijl iemand nog leeft. Over plannen durven maken terwijl je niet weet of er tijd voor is. En toch staat zij daar nog steeds: onze moeder, onze oma. Niet alleen gedefinieerd door wat ziek maakt, maar door wat haar sterk maakt. Door liefde, door strijdlust.


Misschien is dat ook wel wat ik mijn kinderen hoop mee te geven. Dat je verdriet en vreugde naast elkaar kunt laten bestaan. Dat je mag huilen én lachen in dezelfde dag. En dat liefde, hoe ongrijpbaar ook, altijd groter blijft dan ziekte.


En terwijl ik dit zo opschrijf, voel ik de tijd door mijn vingers glippen. Alles gaat door: school, werk, boodschappen, kinderen. Maar tegelijk staat alles stil. De wereld draait gewoon verder, maar mijn wereld wankelt. Soms wil ik het uitschreeuwen, soms wil ik het juist stilhouden. Ik weet niet hoe lang we nog hebben, en misschien wil ik dat ook niet precies weten.


Wat ik wél weet: elk ‘bakkie’ samen, elk appje, elke blik is nu dubbel zo waardevol. En dat mijn kinderen straks niet alleen oma zullen herinneren, maar ook deze liefde, deze zorg, dit samen doorleven. Zo intens. En ergens hoop ik dat dat blijft hangen. Dat we, hoe moeilijk ook, toch iets moois bewaren in deze schijt tijd.


En misschien is dat wel de enige troost: dat liefde altijd iets nalaat. Ook als de tijd opraakt.


Dus ja, mama is moe en verdrietig. En oma? Oma ook. Maar oma is een strijder. Voor ons, voor zichzelf en voor elk klein stukje leven dat er nog is.

vrijdag 24 september 2021

schoolreis

Ik mocht vandaag met Abel zijn klas mee op schoolreis. Na zo een dag denk ik altijd ‘als ik later groot ben, wil ik kleuterjuf worden’. Nu hebben die twee lockdowns mij geleerd dat ik dat helemaal niet wil worden, maar oké.


Het was leuk. We zijn naar Berkenhof tropical zoo geweest. Vooral het spelen met modder en water was een succes. Ik heb ongeveer 186 keer geholpen met afdrogen, aan- en uitkleden. We waren met ‘maar’ 52 kinderen; maar die bedachten dan dat als ze nat waren, droog wouden zijn om later toch weer het water in te willen. Een heerlijk stel kinderen bij elkaar. Zó verschillend. Qua karakter, maar ook qua inhoud in de tas en inhoud in de portemonneetjes. Dat vind ik toch een lastig ding. Waar de een met de hele chips en snoep afdeling van de supermarkt aan kwam, had de ander 1 broodje mee. Nu is Abel de gierigste niet, dus hij deelde zijn snoepjes. Zien delen, doet delen, dus geen kind kwam iets te kort.


Door naar het winkeltje. In de brief stond maximaal 5€. Ook daar weer veel verschil. Sommige liepen te shinen met hun flappen en sommige kindjes hadden niks. En wat doe je dan? Van de meeste kindjes ken ik de achtergrond niet. Was het een kwestie van vergeten, niet hebben of onzin vinden? Ook hier weer veel bewondering voor de kids. Ze deelde, soms onder druk, hun centjes. Ze zullen allemaal rond de 7 jaar geweest zijn en hebben nog weinig besef van geld. Iemand had net een uur er voor €1 uitgedeeld aan een klasgenoot, waarna later de paniek uitbrak, die ene euro kwam net te kort. Een ander had in de bus al het geld al uitgedeeld om het later terug te vragen en ineens meer te hebben dan waar mee begonnen was. Weer een ander wou van het overgebleven geld (€2,25) twee besties blij maken. Laat je daar tegenwoordig nog maar weinig van kunnen kopen .. 


Het liefst had ik voor elk kind zonder geld iets gekocht. Heb ik niet gedaan. Ik heb me ingehouden. Een aantal ouders waarvan ik zeker wist dat het in de haast vergeten was, heb ik gecontact. Je kunt niet in iemands portemonnee kijken. Wellicht voelt een ouder die al veel moeite heeft gehad met de kosten voor het schoolreisje zich er wel helemaal niet prettig bij dat een ander wat koopt. Misschien vind een ouder een nep slang, trap veer ding, een stuiterbal of knuffeltje wel complete onzin. Of misschien was de ouder het gewoon vergeten en baalt nu als een stekker dat het geen berichtje heeft gehad.


Maargoed. Eigenlijk moet het afgeschaft worden, vind ik. De volle tassen en het geld. Het lijkt mij leuker voor iedereen dat de school voor de hapjes en drankjes zorgt en elk kind aan het eind van de dag dezelfde stuiterbal of nepslang krijgt.


Dus. Ik word dan wel geen kleuterjuf maar hoorde laatst weer dat je bij de medezeggenschapsraad kunt. Laat ik nou altijd wat te zeggen hebben ;). Kunnen we het daarna gelijk eens hebben over waarom luizenpluizen op de woensdag na de vakantie is en niet op de maandag .. 

donderdag 19 augustus 2021

kamperen!

2 augustus 2019 schreef ik;


‘Maargoed! Tis vakantie. ‘Gaan jullie nog op vakantie?’ Euh nee. Ik kijk wel uit. Vakantie. Ik hou er van. Thuis. Alles bij de hand, ideaal! Ik ben zoiezo niet zo vakantiegaanderig, maar nu helemaal niet. Gedoe hoor. Je hele huis inpakken, 800 uur in de auto én 3000€ lappen voor twee weken dezelfde chaos, maar dan in een ander land. Neuhhh. Dankjedekoekkoek. En daarbij; Romes wil in een tentje, ik niet. Hij wil dingen doen en zien, ik niet. Wordt een groot fiasco als wij op vakantie zouden gaan 😂 zoiezo met dat fantastische humeur van mij.’


En jawel dames en heren, 2 jaar later; tis zover. Ik ga in een tentje. Zin aan 😅


Zaterdag vertrekken we. Met volle bepakking. Want al is het officieel een tent, manlief heeft zó z’n best gedaan om alle gemakken van thuis ook daar te hebben. Manlief had al een Daktent voor zijn avonturen met de jongens. Inmiddels hangt er een kar achter de auto, met daarop ook een Daktent. Beetje vouwwagen idee, maar dan anders. Ik heb een matras, kastjes, 2 koelkastjes, gasstel, 36 oplaadpunten voor alle telefoons en schermen, drie trainingspakken en crocs. Nou, dan ben je compleet hè :p


Romes kijkt er al maanden naar uit. Zo lief. Hij hoopt echt dat ik het leuk ga vinden. Ik hoop het ook 😅. Ook de jongens zijn dolblij dat ik mee ga. Tijn vind het fantastisch alleen met papa en Abel, maar na een dag of 2 begint hij heimwee te krijgen naar zijn moeder 🥰. Komt dat ff mooi uit! Beppie bromtrol is in de buurt. Ben ook benieuwd wat de meisjes vinden. Nu roepen ze heel blij dat ze naar verkansie willen en tent slapen en crosbossen. Dat boscrossen hebben we vast geoefend. De eerste keer was geen succes, de tweede keer ging al beter. Tijn grapt steeds of Romes z’n bescherming al klaar heeft. Want mama is niet zo’n held. Ik zie overal gevaar. Dat boscrossen vind ik maar niks. Dus heeft Romes bescherming nodig voor de klappen die die van mij gaat krijgen. Maar! Geen paniek. Mijn schoonouders gaan ook mee. Er is plek voor 6 in de land rover. Dus ik sta met alle liefde mijn plekje af en pas wel op de tent. In mijn trainingspak, op mijn crocs.


Hé ho, let’s gooooo 🏕 



zondag 16 mei 2021

commando

‘Je schrijft zo leuk, daar moet je wat mee doen’. Super lief, maar nee. Ik functioneer niet op commando. En om nou dagelijks of wekelijks over Mn bezigheden te tikken, lijkt me doodsaai.


Neem nou peppa big. Een werkelijk hondsbrutaal varken die helemaal niet zo aardig is voor dr broertje. Of brandweerman Sam met die onopgevoede Norbert Puk. Stuur Norbert weg, dan kan Sam van zn ouwe dag gaan genieten. Of over Fornite, kan ook nog. Ben ik stiekem behooooorlijk goed in geworden. Het bouwen is nog wel een puntje, werk ik aan. Ik weet ook nog steeds niet welke wapens nou voor ver weg zijn en welke voor dichtbij zijn. Maar dat maakt helemaal niet zo veel uit. Ik word tegenwoordig in mijn eentje al tweede.

‘Vieze kant, lekkere kant’, spelen we dagelijks. Helemaal de shit. Komt me mn neus uit. Zodra ik op ‘lekker’ sta, roepen ze standaard, welk kind dan ook, witlof. Nou, dat vind ik dus echt niet te nassen. Dus moet ik hollen. En die kinderen van tegenwoordig zijn kei snel. Dus ben ik hem. Zodra ik hem ben, hebben ze ineens alles nog nooit gegeten (dan mag je oversteken zonder dat je getikt kunt worden) òf ze lusten ineens alles. Dus, roep ik gewoon ‘kak’, dan steken zij ‘gratis’ over naar de vieze kant en dan zeg ik ijs en zet ik alles op alles om er één te pakken te krijgen.


Over nerfs, zou ik het ook nog kunnen hebben. Van die pistolen met pijltjes. Nou heb ik laatst uit betrouwbare bronnen, ik noem geen namen *Romes*, vernomen dat die dingen zeer doen. Het was zo. Nerfoorlog in huize Vliet Vlieland. Tijn en ik, tegen papa. Abel rende het vuur uit zn sloffen om beide teams van pijltjes te voorzien en de meisjes krijste de longen uit hun lijf. Sorry meisjes, ben even druk. Tijn en ik blijken beter in fortnite dan met echte pijlen schieten. Hij zat vooral verstopt tussen de bank en de verwarming met een kussen op zn hoofd en ik schoot de pijlen stuk voor stuk de luxaflex in. Dat moest anders. Ons oorlogsgebied werd vergroot. Tijn en ik verkaste naar boven. Met de gedachte dat papa er dan wel achteraan zou komen. Tijn lag al onder ons bed en papa stond verstopt in de gangkast met het idee dat we wel terug zouden komen. Ik was halverwege blijven steken. Abel had ondertussen het zweet op zn bovenlip en de meisjes waren bedaard en vroegen zich af wat papa nou in de kast deed. En net toen ik dacht nou, naar beneden dan maar. Stak Romes zn kop om het muurtje en ik schoot. En in plaats dat ik nu de kapstok in schoot, raakte ik hem VOL in zn oog. Aiiiii. Doodste stilte. Ik wist, dit is niet het moment om te lachen, maar ik had al gelijk zoon kei goeie grap bedacht. Maar nee. Niet nu. Dat zou me Mn voortanden kosten. Papa moest effe naar buiten. De oorlog was voorbij. We hebben het nooit hard op gezegd, maar ik denk dat we wel weten wie er gewonnen hebben 😏.


En de grap? Die heb ik hem later alsnog, hinnikend, verteld. Want he ‘die zag je niet aankomen he’.

maandag 10 mei 2021

C

4 weken - 2 dagen, is Tijn de afgelopen tijd weer niet op school geweest. Hij moest (met zn hele klas) vanaf donderdag in quarantaine. Een positief geteste klasgenoot was maandags nog op school geweest. Dus iedereen ‘moest’ zaterdags getest worden. Amehoela! Bleken er uit al die testen op zaterdag, ook nog positieve kinderen tussen te zitten. Dus, hoppppp maandag iedereen weer opnieuw om dinsdag weer naar school te mogen. Wederom; amehoela.


Ik test onze kinderen niet. Manlief gaat mee met mijn mening. Of nja, hij heeft eigenlijk gewoon geen keus 😅. Ik begrijp niet waarom je moet bewijzen dat je gezond bent. Plus, wanneer je geen klachten hebt, kun je ‘het’ toch niet overdragen? 


De eerste dagen was heel de klas thuis. Onderwijs ging via de meet. C werd veel besproken. Teveel naar mijn idee. Er werd zelfs geadviseerd ‘als je mag kiezen van je ouders, laat je dan testen’. Mn bek viel open. Hier thuis hebben we het er weinig over, iig zo min mogelijk. De dinsdag dat er weer kinderen op school waren, werden de meets voor Tijn minder leuk. Hij miste zijn vrienden. Snap ik. En omdat er nog steeds veel over C en testen gesproken werd, vroeg Tijn ‘mama, kunnen wij ook voor een test? Ik wil naar school’. Aiiiii. Dat was kut hoor. Ik heb hem, in mijn woorden en zonder feiten, proberen uit te leggen waarom hij niet getest werd en dus niet naar school mocht. Hij begreep het, zei die. Voelde me toch een belabberd mens. Dus toen ze op school gezellig naar het korfbalveld gingen voor de Koningsspelen, hebben wij thuis de fortnitespelen gedaan. 


Daarna was het vakantie. En halverwege de vakantie werd hij ziek. Gewoon ziek. Niks om je zorgen te maken. Maar toch, de paniek in zn ogen. ‘Mama, ik denk dat ik C heb, nu ga ik dood’. Hoe idioot is het, dat een kind van 8 denkt te sterven aan een snotneus?! Ik heb hem, wederom in mijn woorden en zonder feiten, uitgelegd dat hij niet zal sterven. 


Ook op de opvang heerst het onderwerp naar mijn idee te veel. De meisjes waren niet fit, niks zorgelijks, maar wel flink wat dagen thuis gehouden. Ik was immers toch thuis, met toen nog gewoon een kip fitte Tijn. Toen ze weer opgelapt waren, heb ik ze weer gebracht. Ik was amper een uur thuis en kreeg een berichtje; Noé had 38,1; het protocol is ophalen met 38 of hoger. En begrijp me niet verkeerd, een ziek kind hoort thuis, niet op de opvang. Maar er was absoluut helemaal niks te merken. Toen ik vroeg wat de aanleiding dan was om haar te temperaturen kreeg ik als antwoord ‘haar gedrag’. Nou weetje, misschien deed ze gewoon een beetje anders omdat ze niet fit is geweest en ruim een week thuis heeft gezeten? Ik zeg maar iets geks he? Enfin. Kinders weer opgehaald en we hebben ons prima vermaakt hoor.


Ik ben geen zogeheten ‘wappie’. Ik ken te weinig feiten en roep maar gewoon wat ik vind, merk en denk. We weten toch allemaal dat ik enorm koppig en tegendraads ben ;) Ik weet dat heel veel mensen handelen uit angst en tegen hun wil in. We worden met zn allen in een hoekje geduwd. En zolang ik denk, dat in dat hoekje staan slecht is voor onze kinderen, ga ik er niet staan. Adios!

zondag 10 mei 2020

back to school

Back to school.


Morgen mogen ze weer. De jongens naar school, de meisjes naar de opvang. En tot ieders (ook mijn eigen) verbazing, hang ik de vlag niet uit. Eerder halfstok, want het is om te janken. 


In de eerste week dacht ik nog; ik doe de kinderen weg, ga scheiden en boek een kamer in emergis. Maar hé, gelukkig was dat gewoon mijn ‘ik krijg jeuk en bultjes van verandering’ ding. Want toen ik eenmaal een nieuw ritme had gevonden, was het prima te doen.


Tuurlijk was het even zoeken hoe ik aan de boodschappen kwam, hoe ik de jongens aan het schoolwerk kreeg, mijn werk gedaan kreeg en het huishouden op orde hield.


De boodschappen doe ik vaak in de avond, gelijk na het eten. Dan is Romes nog thuis en hoeven de kinderen niet mee. Voor het schoolwerk heb ik ze nog even proberen om te kopen. Money is the key, voor geld doen ze veel. Gelukkig heb ik best schappelijke kinderen en heeft Tijn veel begrip. Hij snapt inmiddels dat het ook mijn idee niet was en dat sommige dingen gewoon moeten. Hij moest ook even schakelen. Zodra Tijn ‘mee’ is, is Abel ook om. Abel is zoiezo een stuk makkelijker, die vind alles leuk en prachtig. Mijn werk deed ik op dinsdag op de rechtbank, dan past oma op, en een deel thuis. Dat deel thuis was dan vaak savonds laat. Thuiswerken met vier rondlopende kinderen is geen doen. En dat huishouden, agh. Ik was voor de Corona al niet zo moeilijk ;). Zolang je niet aan de vloer plakt, zal het wel gaan.


Dusja, nu mogen ze morgen weer. Ik heb 86 verschillende protocollen, snap er weinig van. De jongens moeten op verschillende tijden ergens verzamelen op het plein. Bij de meisjes is er vanalles op de vloer getapet. Abel mag zijn juf en vriendjes begroeten met zn voet. En Tijn, geen idee. Gewoon maar ouderwets gedag zeggen ofzo? Ik hoop maar dat geen van mijn kinderen valt of botst. Want troosten mag niet meer. De jongens mogen 2, soms 3 dagen naar school. Voor de overige dagen heb ik uiteraard weer een zeer gedetailleerde planning. Dit moet toch ook wel doodvermoeiend voor de leraren zijn? Ik stel voor lekker les te geven in de klas en de rest te laten voor wat het is. Als heel die toestand zo blijft, zullen ze voor de volgende jaren wel nieuwe lesmaterialen en roosters bedenken en in 2045 hoeft niemand meer met de juiste d’s en t’s te communiceren. Dat is nu toch ook? Vroeger schreef je bepaalde woorden met een k, nu de c. Dan introduceren we gewoon i.p.v. het fokschaap of het kofschip, de Corona en ben je van alle achterstand af. 


Enfin, tis weer schakelen he. Krijg ik een schijthumeur van en klaag over alles wat los en vast zit


Ik gok dat ik ze binnenkort ergens op de tocht zet, want met snot of hoest zijn ze nergens welkom 🎉

donderdag 2 april 2020

de klok

De klok


Tijn en Abel waren allebei al bijna vier toen ze ‘een groot jongensbed’ kregen. Zij waren dol op hun ledikantje, en ik ook. Als ze wakker werden, dan riepen ze ‘maaamaaaaa, ben waaaaaahkkuuuuuur’. Als de tijd me niet aanstond, mikte ik wat speelgoed en boekjes in dat ledikant en dook zelf nog even terug. Ze zijn er allebei nog nooit uitgeklommen :). Tijn heeft het ooit één keer geprobeerd. Toen heb ik zo ontzettend spastisch en overdreven gereageerd dat hij gedacht moet hebben ‘ik kijk wel uit’. Abel is er ooit één keer uitgevallen dat hij ook gedacht moet hebben ‘lijkt me niet verstandig dat nog eens te doen’. Ze waren (en zijn) allebei niet gigantisch, dus het paste ook prima. Maarja, als je op den duur naar de grote school gaat en er dan achterkomt dat je als een van de weinige nog in een ledikantje slaapt.. leek me sneu. Dus ze mochten (ieder op hun eigen moment) een groot bed. Ook hierin hebben ze nog lang geroepen dat ze wakker waren. Meestal riep ik terug ‘ik kom zooooo’ en dan bleven ze braaf wachten. Tegenwoordig komen ze er wel zelf uit. Ze komen braaf naast mijn bed staan om te vragen of ze naar beneden mogen. Ik werp een blik op de klok. Soms brom ik dat het tien over twee is en we echt nog moeten slapen. Dan kruipen ze er naast en slapen verder. Soms brom ik dat het echt nog nacht is, terwijl het dat helemaal niet meer is.


Nu zag ik tot mijn grote schrik op de schoolplanning, dat Tijn moet gaan leren klokkijken. Maar daar heb ik geen zin in. Nu kan je om 19;00 uur nog zeggen ‘jongens, het is al laat, we moeten gauw naar bed!’. Meestal zeg ik nog iets van ‘Ah sorry he! Helemaal niet opgelet, ben je boos dat het al zo laat is?’. Dan gaan ze, nog steeds wel met tegenzin; maar toch minder, mee naar boven. Wat nou als Tijn kan klokkijken, dan trapt ie daar dus niet meer in he. Dan veegt ie ook mijn ‘het is nog nacht gebrom’ zo van tafel. Lekkerdan. 


Maar weet je; géén paniek, rustaaaaaagh; elk nadeel heb ze voordeel; mama is de juf. Wij slaan gewoon een blokkie over. Zullen wij es lekker lang slapen 😏